De Nederlandse taal kent een groot aantal bed uitdrukkingen, spreekwoorden en dialecten. Daarom heb ik hier een aantal verzameld die allemaal betrekking hebben op bedden en slapen.

Uitdrukkingen en spreekwoorden die betrekking hebben op bedden en slapen

Wanneer iets een ver van mijn bed show is óf dat is een ver-van-mijn-bed-show / iets waar ik me helemaal niet mee bezighoud.

Iemand ‘s nachts uit bed lichten / iemand ‘s nachts doen opstaan.

Wanneer men iets op een procrustus bed legt / een regeling zo toepassen dat hij er voordeel van heeft.

Wanneer je in een gespreid bedje terecht komt / je komt in een situatie terecht waarin alles al voor je geregeld is.

Men moet zijn bed maken zoals men slapen wil / iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen daden.

Met bed en bult / alles wat men bijeen kan pakken op reis gaan.

Wanneer je met het verkeerde been uit bed stapt / een slecht humeur hebben.

Jezelf uitkleden voor men naar bed gaat / alles weggeven voor men sterft.

Bed uitdrukkingen, spreekwoorden en dialecten A t/m C

Amsterdams: Met Jan en alle man het koffer in duiken / met iedereen naar bed gaan.

Antwerps: ‘kep eur alle oeke van de slopkaomer loate zing / ik ben met haar naar bed geweest.
‘k gon nor mennen tram / ik ga naar bed.
Mak auwe gank is witte / mag ik met u naar bed.

Bilzers: mette vroomes èn de koffer duikele / met een vrouw naar bed gaan.
ént bèd sterve de meeste minse / ik zou niet zo vroeg in het bed kruipen.
de naach beheirt sjelme en lichte vrolaaj / ‘s nachts behoor je in je bed te zijn.
èn de koffer duikele / naar bed gaan.
liefde mok e smaol bed heil get brédder / liefde maakt een smal bed breed.
n zaote vroo èsnen ingel ènt bed / een vrouw is in het bed beter als ze wat zat is.
ik moy van ons mama na bed / ik moet van mijn moeder naar bed.
Da ge bedankt zèt dè witte war / dat je bedankt bent dat weet je toch.
Kzien no men doze / ik ga naar bed.

Bed uitdrukkingen, spreekwoorden en dialecten D t/m F

Diesters: naa leet dië nog altaat in zenne nest (beddebak) / nu ligt hij nog altijd in zijn bed.

Drents: ik schoit in de zak / ik kruip mijn bed in.

Epers: De meeste mensen gaan dood in bed / gekscherend gezegd als iemand aangeeft naar bed te gaan / op berre goat de meeste mens’n doohd.
Toe ik veur de eerse keer weer van bedde moch, wak ik nog wel wat zwiemelig (zwiebelig) / toen ik voor de eerste keer uit bed mocht was ik wankel.
Gôat toch noa bedde, iej zitten doar mit zokker dòpogen te kieken / ogen moeilijk openhouden door slaapje.

Evergems: Gezet zijn gelijk n’een puij op n’een wee’link / soort zelf relativerende bevestiging, ‘bedankt, ik ben gezet, ik heb wat ik wou en ik ben tevreden.

Bed uitdrukkingen, spreekwoorden en dialecten G t/m L

Genneps: van het bed op ‘t stroj kómme / achteruit boeren.

Gents: k goa noar mijn treeze, kruip in mijne nest / ik ga naar mijn bed.

Giethoorns: Van pis in bedde naor poep in bedde / van de wal in de sloot raken.
De kousen over d’akke trekken / naar bed gaan.

Hoekschewaards: naar koessie demier gaan / naar bed gaan.

Hulshouts: Kzen mieg, kroap in mnen tram / ik ben moe, ik kruip in mijn bed.

IJmuidens: naar me kluivebak / naar bed gaan.

Liwwadders: lepelke, lepelke legge / in bed dicht tegen elkaar aanliggen.

Lebbeeks: Dad oët ‘t bedde klapt, es ‘t moeg / wie te vaak over zijn liefdesleven praat, is het beu.

Liessents: hai li nog in zunnen kórf / hij ligt nog in zijn bed.

Lovendegems: in mijn bedde kruipen / naar bed gaan.

Bed uitdrukkingen, spreekwoorden en dialecten M t/m R

Munsterbilzen, Minsters: Ich kraup èn mene nès / ik ga naar bed.
Stoëd ès aut zene zeek op / kom eens uit bed!
Kom ès aut zene zeek / sta eindelijk eens op uit bed!
Op nen aae vilo moeste leire vaore / liefde maakt een klein bed groot.
ènt bèd sterve de meeste laaj / waarom ga je zo vroeg naar bed?
ich ben stik mieg en gon èn menen tram (nès) kraupe / ik ben afgemat en ga naar bed.

Nijmeegs: der ruut de waol die kruut / uit je bed de waal gaat kruien.

Ninoofs: go nor a kasjemat / ik ga naar bed.

Olens: Ha hee hiejel het bed ondergezèkt / hij heeft het hele bed onder geplast.

Overmeers: ‘n beddeken spinauze / een perkje spinazie.

Prinsenbeek: hij lig tege ‘t mies aon / hij blijft ziek op bed liggen

Riemsts: Ich gwö m’ne venger iîn / ik ga naar bed.

Rotterdams: Ik duik onder de pooklappen / ik ga naar bed.
Zóh hebbie in je nest gezekúh / tegen iemand die vroeger dan normaal zijn bed uit komt.

Bed uitdrukkingen, spreekwoorden en dialecten S t/m V

Sallands: ik legge mi’j ter dale / ik ga naar bed.

Schevenings: Me gæne legge / we gaan naar bed.

Sint-Niklaas: ‘t bedde verschonen / nieuwe lakens op het bed leggen.
‘t zal waal koelen zonder bloazen / het zal wel vanzelf bedaren (overgaan).
die lig daltit te krawietelen in ‘t bedden / die kan niet stil liggen in bed.
ei lig te wietelen / hij ligt niet stil in bed.
ei is al nor zènne nest / hij is al naar bed.
deksel / lakens en dekens op het bed.
‘t vleis veur de roet’n en de botten op bedde / al het geld uitgeven aan uiterlijk vertoon.

Texels: Ik gaan te kooi / ik ga naar m’n bed.

Tilburgs: nòr bèd göllie, èn rap ôok / en nu naar bed jullie, en vlug een beetje.
èn naa as de wiedewirgaoj nòr boove / en nu zo snel als mogelijk boven naar bed.
naor oewe niepert gaon / naar bed gaan.

Twents: Aske ie met nen Rembrandt noar berre goat hej nen kwast bieje oe / als je met een Rembrandt naar bed gaat heb je een kwast bij je.
A’j om t geald trouwd bint, he’j ne koo in n stal en n vearkn in berre / als je om het geld bent getrouwd heb je koe in de stal en een varken in bed.

Urkers: ‘k zal op un bedde / ik ga naar bed.

Venloos: Pas maar op det ‘t bed ‘t neet huurt / wordt gezegd tegen kinderen die niet naar bed willen.

Volendams: Ik lait me zakke / ik ga naar bed.

Bed uitdrukkingen, spreekwoorden en dialecten W t/m Z

Westerkwartiers: kom toe ‘t berre uut / kom uit je bed.
met de piek’n op stok goan / vroeg naar bed gaan.
‘t is berregoanstied / het is tijd om naar bed te gaan.

Westfries: an de rol weest / met iemand naar bed geweest zijn.

West-Vlaams: un gat is’n gat, en nen piet è gjèn og’n / met een lelijk persoon naar bed gaan.

Wetters: Hij es mee ‘t verkeerde been uit zijn bedde gestapt / hij is niet goed geluimd.

Zaans: Ut was bai de beddeplank of / het kind werd geboren toen ze precies negen maanden getrouwd waren.

Zeeuws: kwa khi mn padje korten / naar huis of naar bed.
de Frank staot nie ‘ôoghe / een slecht humeur hebben, met het verkeerde been uit bed zijn gestapt.

Zwevegems: in z’n bedde kreup’n / slapengaan.

Chris Nederhorst

Mijn naam is Chris Nederhorst, oprichter van matras.info en Royal Health Foam. Ik werk al meer dan 30 jaar met veel plezier in de matrassenbranche en deel graag mijn kennis. Mocht u nog vragen hebben, bel mij gerust! U kunt mij bereiken op 070-3387010.

Delen op: